Politieke partijen botsen vaker met rechtsstatelijke principes
Enkele weken geleden publiceerde de NOvA een onafhankelijk onderzoek waarin de verkiezingsprogramma’s van verschillende politieke partijen zijn getoetst op hun rechtsstatelijkheid. Uit het rapport bleek dat slechts 4 van de 15 onderzochte partijen geen voorstellen hadden opgenomen die mogelijk in strijd zijn met rechtsstatelijke principes. De toets, die een week voor de verkiezingen werd uitgebracht, kreeg vanuit verschillende hoeken kritiek.
Wat is de rechtsstaat eigenlijk?
De commissie voor de rechtsstatelijke toets van verkiezingsprogramma’s maakt gebruik van een “vlaggenmethode”’ om aan te geven in hoeverre plannen de rechtsstaat schaden, een risico vormen of juist versterken. Dit wordt respectievelijk aangeduid met rode, oranje en groene vlaggen. De beoordeling vindt plaats door de plannen te toetsen aan de principes van de rechtsstaat. Als uitgangspunt wordt genomen dat de kern van alle machtsuitoefening uitsluitend zijn oorsprong kent in het recht. De commissie concretiseert dit door drie pijlers te hanteren: legaliteit en rechtszekerheid, fundamentele rechten en de effectieve toegang tot een onafhankelijke rechter. Opvallend is dat de commissie in het recente rapport voor het eerst haar toetsingskaders expliciet benoemt in het rapport. Voorheen werden de plannen beoordeeld aan de hand van drie vragen, zonder uitwerking in pijlers. (1)
Hoe botsen partijen met de rechtsstaat?
Een belangrijke conclusie uit de recente rapporten is dat verkiezingsprogramma’s steeds vaker oranje en rode vlaggen krijgen. Het onderzoek laat zien dat verkiezingsprogramma’s in toenemende mate voorstellen bevatten die niet te verenigen zijn met bestaande wet- en regelgeving en daardoor de rechtsstaat onder druk kunnen zetten. (2) Deze toename aan niet-rechtsstatelijke plannen kan een weerspiegeling zijn van een veranderende maatschappelijke houding van het volk ten opzichte van de staat. (3)
Een thema waar partijen regelmatig de grenzen van de rechtsstaat opzoeken is bijvoorbeeld migratie. Het instellen van een maximum, of het volledig stoppen van de instroom, kan in strijd zijn met humanitaire normen en internationale verdragen. Omdat de overheid gebonden is aan deze wetten, kunnen dergelijke plannen botsen en de rechtsstaat ondermijnen. De commissie merkt bovendien op dat het veel partijen aan concrete en uitvoerbare plannen ontbreekt. Hoe partijen hun voorstellen precies willen realiseren blijft regelmatig onduidelijk.
Kritiek op het rapport
Een veelgehoord kritiekpunt is dat het rapport te streng toetst, wat volgens sommigen mede verklaart waarom er een toegenomen hoeveelheid rode en oranje vlaggen is.
Hoewel het onderzoek zichzelf als een quickscan presenteert, is die kwalificatie discutabel. Waar eerdere rapporten ongeveer 40 pagina’s telden, bestaat het huidige rapport uit maar liefst 180 pagina’s met uitgebreide analyses van de verschillende verkiezingsprogramma’s. Ondanks deze uitvoerige besprekingen komen critici terug op hetzelfde punt als bij het rapport van 2012, namelijk dat de commissie voorstellen soms een rode vlag toekent, terwijl ze niet per definitie strijdig met de rechtsstaat hoeven te zijn als de voorstellen via een legale route gerealiseerd zouden kunnen worden. (4)
Een goede vergelijking is het initiatief van het Centraal Planbureau (CPB) dat verkiezingsprogramma’s doorrekent om zo een overzicht te geven van de budgettaire en economische gevolgen van de beleidsvoorstellen van partijen. Een belangrijk verschil in aanpak is dat het CPB, waar nodig, partijen om meer informatie vraagt over onduidelijkheden in het realiseren van de beleidsvoorstellen. Op die manier kunnen ze zo accuraat mogelijk de programma’s doorrekenen. Critici vinden dat de commissie elementen van die benadering zou moeten overnemen om tot een beter oordeel te komen. (5) Ook vanuit de politiek klinkt kritiek op het rapport. (6) Zo uitten onder meer Lydia Stoop en Dilan Yeşilgöz scherpe kritiek uit over wat zij zien als een oneerlijke behandeling in het rapport. Dit houdt verband met een nieuw kritiekpunt dat raakt aan het karakter van het rapport zelf. Het rapport blijkt veeleer een politiek tintje te krijgen, terwijl de commissie zelf benadrukt dat zij zich juist waakzaam wil opstellen voor de rechtsstaat. Zij stelt expliciet dat de inhoudelijke keuzes betreffende wetgeving, zoals het instellen van minimumstraffen, aan de politiek moeten worden overgelaten. EW geeft enkele suggesties om de schijn van politisering te verminderen, waaronder het voorstel om het rapport niet vlak voor de verkiezingen te publiceren. (7)
Als kers op de taart kampte de commissie met een pijnlijke fout; in het rapport bleek een optelfout te staan. Ondanks de rectificatie doet het afbreuk aan de professionaliteit en zorgvuldigheid van de commissie.
Conclusie
Het recent uitgebrachte rapport is ontvangen met een mix van positieve en negatieve reacties. Hoewel het nut en belang van een rechtsstatelijke toetsing breed wordt erkend, richt de discussie zich vooral op de manier waarop deze toets is uitgevoerd. Daarnaast lijkt het rapport weinig politieke invloed te hebben gehad op het stemgedrag. Uit de verkiezingsuitslag blijkt dat kiezers zich niet massaal hebben laten leiden door het aantal rode en oranje vlaggen dat partijen kregen. Als laatste is het niet overbodig om op te merken dat de discussie rondom de rechtsstatelijke kwaliteit van verkiezingsprogramma’s en de onafhankelijke commissie van de NOvA waarschijnlijk ook de komende jaren actueel zal blijven.
Bronnen
(1) Commissie Rechtsstatelijk in Verkiezingsprogramma’s. (2025) RECHTSSTATELIJKE TOETS VERKIEZINGSPROGRAMMA’S 2025? NOVA. p. 3;
Commissie Rechtsstatelijk in Verkiezingsprogramma’s. (2023) DE PARTIJPROGRAMMA’S VOOR DE VERKIEZINGEN 2023 RECHTSSTATELIJK? NOVA. p. 18;
Commissie Rechtsstatelijk in Verkiezingsprogramma’s. (2012) DE PARTIJPROGRAMMA’S VOOR DE VERKIEZINGEN 2012 RECHTSSTATELIJK? NOVA. p .6.
(2) Commissie rechtsstatelijke toets verkiezingsprogramma’s: recordaantal voorstellen in strijd met de rechtsstaat | Nederlandse orde van advocaten. (2025, 20 oktober). Geraadpleegd van https://www.advocatenorde.nl/nieuws/commissie-rechtsstatelijke-toets-verkiezingsprogrammas-recordaantal-voorstellen-in-strijd-met-de-rechtsstaat
(3) Driessen, C. (2025, 21 oktober). Slechts vier partijen blijven binnen de grenzen van de rechtsstaat, waarschuwt advocatenorde. CDA en D66 doorstaan toets niet volledig. NRC. Geraadpleegd van https://www.nrc.nl
(4) Naar een gezaghebbende rechtsstatelijkheidstoets van verkiezingsprogramma’s. (2017, 8 maart). Geraadpleegd van https://www.njb.nl/blogs/naar-een-gezaghebbende-rechtsstatelijkheidstoets-van-verkiezingsprogramma-s/
(5) Naar een gezaghebbende rechtsstatelijkheidstoets van verkiezingsprogramma’s. (2017, 8 maart). Geraadpleegd van https://www.njb.nl/blogs/naar-een-gezaghebbende-rechtsstatelijkheidstoets-van-verkiezingsprogramma-s/
(6) Advocatenorde corrigeert 'fout': Denk is wel een rechtsstatelijke partij, alle rechtse partijen niet. (z.d.). Geraadpleegd van https://nieuwrechts.nl/107125-advocatenorde-corrigeert-fout-denk-is-wel-een-rechtsstatelijke-partij-alle-rechtse-partijen-niet;
Dilan Yesilgöz - Zegerius. (2025, 20 oktober). https://x.com/DilanYesilgoz/status/1980219319087665230
(7) Waling, G. (2025, 21 oktober). Hoe een rechtsstatelijke toets het karakter van een openlijk stemadvies kreeg. EWmagazine.nl. Geraadpleegd van https://www.ewmagazine.nl